Welk voer geef je aan je paard?
OverzichtIn de natuur is een paard zo’n 18 uur per etmaal bezig met het zoeken naar voedsel. Dit gaat volgens het principe “hapje-stapje” waardoor het spijsverteringsstelsel steeds kleine porties te verwerken krijgt. De maag van een paard is relatief klein ten opzichte van de grootte van het paard. Normaal wordt de maag maximaal 2/3 gevuld. De maag van een volwassen paard kan dus max 12 kilo (inclusief speeksel) opnemen, bij 2/3 vulling is dat dus 8 kilo. Met dit in gedachte is het dus goed om te gaan nadenken hoe groot de portie is die je aan je paard geeft en vooral ook welk voer geef je je paard.
Ruwvoer is altijd de basis
Een paard is een herbivoor en eet dus planten en dan voornamelijk vezelrijke grassen, kruiden of bladeren maar ook knollen, wortels en vruchten. Deze voeding levert het paard vezels en andere voedingsstoffen zoals eiwitten, vetten en koolhydraten.
Eiwitten zijn bouwstoffen. Ze zijn nodig voor spierontwikkeling, flexibiliteit, draagkracht van botten en aanmaak van hormonen, enzymen, rode en witte bloedlichaampjes enz. Zonder eiwitten kan het lichaam niet goed functioneren!
Vetten zijn brandstoffen. Ze zijn noodzakelijk voor levering van energie. Vet is ook de grondstof voor het aanmaken van oa oestrogeen en testosteron en voor cortisol, het stress hormoon.
Koolhydraten zijn ook brandstoffen maar dit wordt in je spijsvertering en de verbranding in je lichaam heel anders verwerkt. De koolhydraten worden omgezet in glucose. Dit is nodig als brandstof voor het centrale zenuwstelsel en rode bloedlichaampjes. De rest van het lichaam kan prima functioneren met vet als brandstof!! Hoe meer koolhydraten iets bevat hoe meer glucose er vrijkomt. De glucose wordt opgenomen in de bloedbaan en verhoogt hierdoor de bloedsuikerspiegel. Als dit te hoog wordt gaat de alvleesklier insuline aanmaken en dan kan je dus grotere problemen krijgen zoals insulineresistentie (of bij mensen diabetes).
Waarom is granenvrij voer beter?
Granen bevatten geconcentreerde koolhydraten in de vorm van zetmeel. Naast zetmeel en koolhydraten bevatten granen ook een aantal stoffen die de opname van mineralen en vitamines zoals calcium, zink, biotine en ijzer tegengaan. Hierdoor kunnen er dus tekorten ontstaan waar je paard dan diverse klachten van kan krijgen. Tarwe, mais, rijst, gerst, gierst, haver en rogge zijn de meest bekende granen. Soja zit ook vaak in paardenvoer verwerkt, het nadeel van soja is dat het vaak ook nog genetisch gemanipuleerd is.
Lees het etiket van de voerzak goed
Niet alleen de granen zijn het probleem bij voer. Veel merken stoppen helaas ook restproducten in hun diervoeding. Een aantal voorbeelden hiervan zijn doppen, hullen, schillen, pellen, schroot, schilfers, -zaadvoer, -voermeel, -schillenmeel, -zaadschrootvoer.
Ook wordt er vaak een stof als glucose, dextrose, fructose, lactose, maltodextrine of een vorm van melasse gebruikt om het voer of het supplement wat zoeter en dus wat lekkerder te maken. Alle vormen van suiker zijn koolhydraten en die moeten dus vermeden worden!
Lees de etiketten dus goed voor je een voer koopt. Kijk niet alleen naar de vitamines, mineralen, eiwit-, suiker- en zetmeelgehaltes maar kijk vooral goed naar de samenstelling van het product. De voedingsstof die bij samenstelling als eerste vermeld staat zit het meeste van in, de stof die als laatste staat het minste. Zo kun je zelf al heel goed zien wat er in zit en of dit wel de goede voedingsstoffen zijn.
Zorg ook voor variatie
Wij eten zelf gevarieerd maar een paard krijgt vaak heel lang hetzelfde eten van zijn eigenaar. Probeer hierin ook wat meer te variëren en pas zijn voeding aan aan de seizoenen. In de zomer is wat meer overvloed aan eten en groeit en bloeit er veel meer dan in de winter. Het eten is dan rijker aan vetten, eiwitten en koolhydraten. Veel paarden bouwen gedurende het weideseizoen een vetvoorraad op om de schralere winter mee door te komen. Let er in de zomer goed op dat je niet teveel voert, dan kunnen er weer andere problemen ontstaan. Als je het hele jaar door het rijke (granen)voer geeft geef je het lichaam het signaal van de overvloed.
Een ander misverstand is dat paarden die op de wei staan geen (kracht)voer nodig hebben. De weides van tegenwoordig bevatten niet alle voedingstoffen die een paard nodig heeft dus vaak ontstaan er dan toch tekorten aan bijvoorbeeld vitamines, mineralen
Kies in de winter bijvoorbeeld eens voor wat langer en stengeliger, vezelrijker maar verder wat armer (riet)hooi. Of geef het hooi in een hooinet of andere slowfeeder zodat je paard er langer mee bezig is. Op deze manier wordt het lichaam gestimuleerd om de opgebouwde vetreserves te gaan gebruiken.
Door de variatie stimuleer je ook het zelfregulerend vermogen veel meer zodat het lichaam niet meer afhankelijk wordt van of juist zelfs niet meer reageert op bepaalde toevoegingen of kruiden.